Netwerken, hoe pak je dat aan?

10 tips om je netwerk uit te breiden

1. Netwerken doe je de hele dag door en overal. Het draait om aardig zijn en aardig worden gevonden, dan gunnen anderen je wat. Maak dus een praatje en stel vragen.
2. Luister vooral. Netwerken is voor 80% luisteren.
3. Toon belangstelling. Vraag wat anderen in hun werk tegenkomen en hoe ze daarmee omgaan. Belangstelling voor het privéleven van je collega is menselijk en het heeft ook netwerkwaarde. Maar bedwing je nieuwsgierigheid.
4. Wees geïnteresseerd in de ontwikkelingen in je organisatie. Denk erover na en praat er met anderen over. Ook dat is netwerken.
5. Laat anderen weten dat je nadenkt over een volgende stap in je loopbaan.
6. Informeer je over werken op een andere afdeling, in een ander beroep of buiten de gemeente. Benader iemand die er werkt, en die je al een beetje kent. Vraag of die persoon tijd heeft om een kop koffie met je te drinken.
7. Maak voor een netwerkgesprek een lijstje met vragen. Wat wil je aan de weet komen?
8. Bedenk dat de meeste mensen het hartstikke leuk vinden om iemand anders op weg te helpen!
9. Jouw netwerkgesprek is niet alllen voor jou nuttig. Ook voor die andere persoon is het fijn. Het is belangstelling, aandacht!
10. Kreeg je van iemand een goeie tip? Vergeet dan niet om een berichtje te sturen wat je ermee hebt gedaan en wat het heeft opgeleverd.